Heb je ooit al eens een hele tijd naar het witte blad zitten staren zonder een woord te schrijven? Om deze situatie te voorkomen hebben we enkele tips verzameld die het schrijven makkelijker maken. Maar laten we eerst enkele weetjes ontdekken. Wist je bijvoorbeeld dat:

• online lezers 25% trager lezen ?
• een letter zonder schreef zoals Arial en Avenir vlotter leest op het web ?
• veel witruimte onze ogen rust geeft ?

 

Titel

1. De titel is kort, krachtig en concreet. Schrap lidwoorden en leestekens. Hou het wel duidelijk!

• Wat je niet doet: ‘Politie bankoverval moord’
• Beter is: ‘Politie stopt bankoverval’

2. Cijfers, namen en uitdagingen in de titel spreken aan

• Voorbeeld: ’20 tips voor online schrijven’

3. Gebruik actieve werkwoorden. Passieve werkwoorden komen ook minder boeiend over.

• Wat je niet doet: ‘Elio Di Rupo zal morgen komen’
• Beter is: ‘Elio Di Rupo komt morgen’

 

Inleiding/Blurb

4. Begin met een aantrekkelijke of prikkelende zin.

• Voorbeeld: ‘Het moge duidelijk zijn, wij zijn gek op brillen!’

5. Vermijd clichés zoals ‘Zin in…?’ en ‘Op zoek naar… ?’

6. Blijf positief. Door een negatieve toon haken je lezers sneller af.

 

Artikel zelf/broodtekst

7. Hou het simpel. Online lezers zijn lui, zij hebben geen zin om kilometerslange zinnen te lezen.

8. Gebruik spreektaal. Door dure woorden zoals echter, immers, desalniettemin, … lijkt je tekst oud en saai.

9. Get to the point. Laat overbodige informatie weg en gebruik bijvoeglijke naamwoorden met mate.

• Wat je niet doet: ‘De felgele, snelle auto reed over de zachte, zijden jurk.
• Beter is: ‘De felgele auto reed snel over de zijden jurk.

10. Vermijd tangconstructies. Dit zijn zinconstructies waarbij een zin onderbroken wordt door een bijzin.

• Wat je niet doet: ‘De leerkracht, die een week geleden zijn vrouw bezocht in het ziekenhuis, staat nu terug voor de klas.
• Beter is: De leerkracht staat terug voor de klas. Een week geleden bezocht hij zijn vrouw in het ziekenhuis.

11. Gebruik afkortingen die iedereen kent.

• Welke je kan gebruiken: NMBS, BBC, VTM, …

12. Schrijf grote getallen duidelijk.

• Wat je niet doet: ‘2000000000 varkens …’
• Beter is: ‘2.000.000.000 varkens’

13. Schrijf getallen lager dan twintig, tientallen en ronde getallen voluit.

• Ronde getallen: honderd, duizend, tweeduizend, …

14. Voorzichtig met verwijswoorden. De berichten kunnen altijd gelezen worden. (Ook twee maanden nadat het online kwam)

• Wat je niet doet: ‘Vorige week bracht ik een bezoek aan de tentoonstelling Mechelen Meubelen 2.0.’
• Beter is: ‘Donderdag 20 maart bracht ik een bezoek aan de tentoonstelling Mechelen Meubelen 2.0.’

15. Geef duidelijke aantallen. Ongeveer, een aantal, enkele, … zijn woorden die geen indruk maken op de lezer.

 

Layout

16. Gebruik een duidelijke layout: veel witruimte, tussentitels en liefst een schreefloze letter zoals Arial, Avenir, Corbel, …

17. Verrijk je tekst: voeg een bijpassend filmpje, een foto, hyperlinks, e.d. toe. Dit zal je tekst toegankelijker, aangenamer en makkelijker vindbaar maken op het wijde web.

18. Hou rekening met Copyright. Veel foto’s hebben een copyright of creative commons. Kijk dit goed na om problemen met de maker te vermijden.

• Op het internet vind je sites die je kunnen helpen. Creative Commons Nederland is daar een voorbeeld van.

19. Gebruik metatags. Hiermee kunnen ze je bericht sneller vinden.

20. Link relevante informatie aan je artikels.

• Voorbeeld: ‘Voor meer schrijftips kan je een kijke nemen op schrijven online.’